Nee. Mensen worden voortdurend aan infraroodstraling blootgesteld, ook wel bekend als “thermische straling”. Alle voorwerpen die warmer zijn dan 1 graad Kelvin geven elektromagnetische straling af, afhankelijk van hun temperatuur. Met stijgende temperaturen van het oppervlak wordt de intensiteit van de straling groter en wordt de golflengte korter. Het meeste van deze straling blijft binnen het infraroodbereik tot ongeveer 600 °C en is onzichtbaar voor de mens. Als de temperatuur verder stijgt, wordt de straling zichtbaar en verandert de kleur van de gloed van felrood naar lichtrood (850 °C), dan naar geel (1000 °C) en tenslotte naar wit (1300 °C).

Het aandeel van schadelijke straling, bijvoorbeeld ultravioletlicht, stijgt alleen als oppervlakken warmer worden dan deze temperaturen; dit kan gevaar voor de mens opleveren. Aan de andere kant geven infraroodverwarmingsapparaten die werken in het onzichtbare spectrum voorbij het rode licht, geen schadelijke straling af.