De prestaties van een verwarmingssysteem worden niet vastgesteld aan de hand van de stroomopname, maar worden met name bepaald door de verhouding tussen de gebruikte energie en de afgegeven straling. Dat betekent dat het grootst mogelijke oppervlak tot de doeltemperatuur moet worden verwarmd met het laagst mogelijke elektrische vermogen.

Bij de beoordeling van IR-panelen, moeten we nooit alleen het vermogensbereik vergelijken, maar moeten we altijd de afmetingen van de verwarmingsoppervlakken vergelijken. Als we de fysische principes (Boltzmanns stralingswet) beschouwen, zien we dat twee panelen van dezelfde grootte, met dezelfde oppervlaktetemperatuur en hetzelfde materiaal onvermijdelijk hetzelfde stralingsvermogen afgeven. In dit geval geldt daarom dat hoe lager het vermogensbereik, hoe hoger de stralingsverhouding van de gebruikte energie.