Als er een temperatuurverschil bestaat tussen twee voorwerpen die niet onderling geïsoleerd zijn, stroomt er warmte van de hogere naar de lagere temperatuur totdat de twee verschillende temperaturen genivelleerd zijn. In fysische zin wordt er onderscheid gemaakt tussen drie typen warmteoverdracht:

Thermische straling – ook wel bekend als “stralingswarmte”

De warmte wordt volgens de optische natuurwetten overgedragen. De warmte wordt door elk warmer materiaal uitgestraald naar de koelere omgeving. In dit proces wordt de lucht vrijwel zonder verlies gepasseerd en zonder deze op te warmen.

Dit is exact het effect dat gebruikt wordt in infraroodverwarmers en -stralers om ruimten op te warmen. Vaste voorwerpen zoals wanden, meubels, mensen enz. absorberen de thermische straling en geven deze weer af in de ruimte. Stralingswarmte is plezierig en psychologisch positief. Het geeft een gevoel van warmte en zorgt voor behaaglijkheid, net zoals zonnestralen of een open haard.

Warmtegeleiding

Warmtegeleiding is overdracht van warmte door middel van direct contact, zoals bijvoorbeeld een warmhoudplaat. Dit type warmteoverdracht wordt niet gebruikt voor verwarming van ruimten.

Warmteconvectie

Tot op heden wordt dit principe van warmteoverdracht toegepast bij vrijwel alle normale verwarmingssystemen, zoals centrale verwarming, kachelverwarming, elektrische opslagverwarming of convectoren, snelverwarmers en ventilatorverwarmers.