Heb je ooit gemerkt hoe je je de ene dag heerlijk warm voelt in je woonkamer, maar je bij dezelfde temperatuur op een andere dag koud voelt? De wetenschap van thermisch comfort is complexer dan het lijkt. De Thermal Comfort Study, uitgevoerd in 61 Britse huishoudens gedurende 30 winterdagen, onderzoekt de factoren die onze warmtebeleving beïnvloeden en vergelijkt moderne verwarmingssystemen zoals warmtepompen en infrarood (IR) panelen met traditionele centrale verwarmingssystemen. De bevindingen bieden verrassende inzichten in wat ons een behaaglijk gevoel geeft—en waarom één oplossing niet voor iedereen werkt als het gaat om verwarming.

De complexiteit van thermisch comfort

Thermisch comfort omvat meer dan het instellen van de thermostaat op een comfortabele temperatuur. Uit de studie bleek dat de binnentemperatuur slechts 14% van de variatie in warmtebeleving verklaarde. In plaats daarvan spelen factoren zoals fysiologie, gedrag en psychologische toestand een belangrijke rol. Zo kan fysieke activiteit, zoals terugkeren van een stevige wandeling, of stemmingsveranderingen, zoals je behaaglijk voelen in de zon of bij een houtkachel, de warmtebeleving drastisch veranderen.

Interessant genoeg ontdekte de studie een grote mate van variabiliteit in thermisch comfort, zelfs tussen personen in hetzelfde huishouden. Fysiologische verschillen, zoals warmtevasthoudend vermogen en lichaamsreacties op verwarming, in combinatie met gedrag zoals langdurig stilzitten of frequente beweging, droegen bij aan deze verschillen. Psychologische factoren, zoals de sfeer die wordt gecreëerd door direct zonlicht of stralingswarmte, beïnvloedden ook het comfortniveau.

Vergelijking van verwarmingssystemen

De studie vergeleek de prestaties van warmtepompen, infraroodpanelen en traditionele centrale verwarming op het gebied van warmte en gebruikerstevredenheid. Warmtepompen blonken uit in het leveren van consistente warmte en energie-efficiëntie, maar de tevredenheid onder vrouwen was lager. Deze discrepantie kan te maken hebben met de manier waarop warmtepompen warmte verspreiden, namelijk door luchtcirculatie in plaats van directe warmte.

Infraroodpanelen boden een andere ervaring door stralingswarmte rechtstreeks naar mensen en objecten te sturen in plaats van de lucht te verwarmen. Deze methode werd geprezen om de snelle reactie en gerichte verwarming, hoewel het minder effectief was in grotere ruimtes. Interessant genoeg meldden vrouwen een hogere tevredenheid met IR-panelen dan mannen, mogelijk vanwege hun voorkeur voor directe en onmiddellijke warmte. Traditionele centrale verwarming, hoewel vertrouwd en betrouwbaar, scoorde het laagst in tevredenheid vanwege de inefficiëntie en het gebrek aan aanpassingsvermogen.

Inzichten voor de toekomst van huisverwarming

De studie benadrukt de complexiteit van het bereiken van consistent thermisch comfort en wijst op het belang van flexibele, persoonlijke verwarmingsoplossingen. Voor huishoudens met diverse behoeften kan een hybride aanpak—zoals het combineren van warmtepompen voor algemene luchtverwarming met infraroodpanelen voor gerichte stralingswarmte—de ideale oplossing zijn.

Uiteindelijk hangt het beste verwarmingssysteem af van persoonlijke voorkeuren, huishoudelijke dynamiek en hoe verschillende systemen aansluiten bij de unieke interactie van fysiologische, gedragsmatige en psychologische factoren die thermisch comfort bepalen. Door deze complexiteit te omarmen, kunnen huiseigenaren en ontwerpers warmere, meer bevredigende woonomgevingen creëren die zijn afgestemd op ieders behoeften.

 

Bron: Thermal Comfort Study Report, 2024.